Foto’s: Liesbeth Dingemans
100-plus dankzij een beter immuunsysteem
Hoe komt het dat een groep 100-plussers zo gezond een hoge leeftijd bereikt en wat kunnen we daarvan leren? Meer inzicht in de werking van het immuunsysteem kan de behandeling met immuuntherapie voor patiënten nauwkeuriger, persoonlijker en effectiever maken.
Met de leeftijd komen de kwalen. Naarmate je ouder wordt, neemt de kans op kanker en dementie toe. 1 op de 2 Nederlanders krijgt op enig moment in hun leven kanker en 1 op de 2 Nederlanders boven de 85 jaar heeft dementie. Een van de verklaringen daarvoor is dat bij de meeste mensen het immuunsysteem minder goed gaat werken als ze ouder worden. Maar niet bij iedereen.
Het 100-plus onderzoek van ADORE volgt al jaren een groep gezonde 100-plussers. Ze komen regelmatig op controle en worden nauwgezet gevolgd. Er wordt bloed afgenomen en hun immuunsysteem wordt geanalyseerd. Kennelijk is er iets aan de hand met hun immuunsysteem, waardoor ze beter beschermd zijn. Hebben deze gezonde 100-plussers andere afweercellen of bouwstoffen die ervoor zorgen dat zij gezond oud worden? En biedt de samenstelling van het bloed van gezonde 100-plussers aanwijzingen hoe je verouderingsziektes kunt voorkomen bij mensen die wel vatbaar zijn?
Met nieuwe technieken kunnen we nu tegelijkertijd de hoeveelheid van meer dan 11.000 verschillende bouwstoffen in het bloed meten. De hoeveelheid en de soort bouwstoffen zegt iets over de staat van veroudering van een patiënt. Dat geldt ook voor de afweercellen. Een goede afweer is een afweer in balans en dat lijkt een belangrijke voorwaarde om gezond oud te worden. Want het afweersysteem speelt een grote rol in het ontstaan én in het bestrijden van neurologische en oncologische ziekten. Bij deze ziekten is de afweer uit balans. Het systeem is te actief (bijvoorbeeld bij MS) of juist niet actief genoeg (zoals bij kanker).
Door het 100-plus onderzoek weten we dat twee personen met dezelfde kalenderleeftijd (op basis van hun geboortedatum) een verschillende biologische leeftijd kunnen hebben (de leeftijd van je lichaam). Want het verouderingsproces verloopt verschillend bij verschillende mensen.
Hieruit hebben we geleerd dat als je immuuntherapie wil geven en de eigen afweercellen wil inzetten om kanker te bestrijden, je rekening moet houden met die verschillen per mens. De een heeft van zichzelf een betere afweer, de ander moet meer geholpen worden. Het is dan belangrijk om vooraf en tijdens de behandeling te weten of je de afweer extra moet helpen.
Om die afweer goed te kunnen doorgronden, nemen verschillende projecten van ADORE het immuunsysteem onder de loep. Het programma NICITA onderzoekt bij een groot aantal patiënten hoe immuuncellen in het bloed veranderen bij patiënten die behandeld worden voor kanker of voor neurologische aandoeningen. Daarnaast gaat een gecentraliseerde immuunmonitoring unit (het Immuuntherapiecentrum Amsterdam) door analyses van biomateriaal (bijvoorbeeld bloed en tumorweefsel) het functioneren van het afweersysteem van grote aantallen patiënten in kaart brengen. Van deze en andere groepen zullen systematisch en op grote schaal bloedmonsters en weefsel met immuuncellen worden afgenomen en geanalyseerd. Zo wordt de afweer nauwgezet gevolgd. Immuunmonitoring op deze schaal is nog niet eerder gebeurd.
Door op deze schaal met geavanceerde technologische faciliteiten en met behulp van datatechnologie immuuncellen en afweerreacties in kaart te brengen kunnen onderzoekers tot nieuwe inzichten komen over de onderliggende biologische werkingsmechanismen. Dat kan aanwijzingen opleveren voor factoren die een goede respons op therapie kunnen voorspellen. Dat stelt onderzoekers in staat om immuuntherapie te verbeteren of in meer effectieve combinaties met andere behandelingen in te zetten bij nieuwe behandelingen voor kanker, MS en dementie.